Dit college biedt een overzicht van de Nederlandstalige literatuur na de Tweede Wereldoorlog aan de hand van tien belangrijke auteurs, romans en thema’s. Het biedt geen volledig overzicht van de literaire ontwikkelingen in Nederland en Vlaanderen na 1945, maar presenteert wel de belangrijkste richtingen en werken uit deze periode en geeft tegelijk aan de hand van concrete analyses inzicht in fenomenen als ‘intertekstualiteit’, ‘postmodernisme’, ‘presensroman’, etc..

Per zitting krijgen de deelnemers leestips en voorbeeldfragmenten. Een gastspreker zal een college over een hedendaags Nederlandse dichter aanbieden.

Alle informatie over het schrijven van Protokolle en over de diverse Prüfungsvormen wordt in het eerste college gegeven.

Begeleidend handboek bij deze Vorlesung: R. Grüttemeier & M. Leuker (Hrsg.), Niederländische Literaturgeschichte. Stuttgart/Weimar 2006; L. Missinne & H. Eickmans, Die niederländische Prosaliteratur nach 1945: Ein Überblick, in: F. Wielenga & M. Wilp (Hrsg.). Nachbar Niederlande. Eine landeskundliche Einführung. Münster: BLW, 2015, p. 285-313.

 

Kurs im HIS-LSF

Semester: SoSe 2024