Taal speelt in onze hedendaagse samenleving een dergelijk belangrijke rol dat ze het voorwerp vormt van beleid: nagenoeg alle staten ter wereld voeren een taalpolitiek, met als één van de belangrijkste exponenten de keuze van de taal (of talen) die in het onderwijs wordt/worden gebruikt of onderwezen. Concrete keuzes die zich opdringen betreffen zowel variatie die klassiek als intratalig wordt beschouwd (gebruikt men standaardtaal of dialect, in welke mate is er ruimte voor accenten,...) als intertalige variatie (is er ruimte voor talen van allochtonen, in welke mate wordt beheersing van vreemde talen nagestreefd).
In dit seminarie staan we stil bij de achterliggende factoren bij taalpolitiek en taalgebruik in het onderwijs, aan de hand van casussen uit het Nederlandse taalgebied. De volgende thema’s komen aan bod: geschiedenis van standaardiseringsprocessen, verhouding standaardtaal en dialect, verhouding nationale talen en minderheidstalen (autochtone en allochtone), vreemdetalenonderwijs (welke talen worden hoe onderwezen?), taalsituatie in Friesland, taalsituatie in de regio Brussel, en de invloed van het Engels op het Nederlands.

Kurs im HIS-LSF

Semester: WiSe 2020/21