1. Een Nederlander verzamelt Vlaamse woorden op een website, omdat hij ze zo "mooi", "verrassend" en "vertederend" vindt.
Hier een paar voorbeelden uit zijn lijst:
|
"Vlaams"
|
Algemeen
Nederlands
|
| bekomen | verkrijgen, krijgen |
| betoelaging | subsidie |
| boekenbeest | boekenworm |
| exuberant | overdadig, overstelpend |
| goesting hebben | trek hebben |
| pak | aantal, boel |
| parking | parkeergelegenheid |
| terug | opnieuw, weer |
| uitstalraam | etalage |
| voorts | verder |
| vorser | onderzoeker |
| wentelwiek | helikopter |
| werkonbekwaam | arbeidsongeschikt |
http://home.wanadoo.nl/kwispel/frank/stijlwijzer/taalplus/
1.1. Kies een woordje en zoek het in twee woordenboeken op. Welke woordenboeken
kies je? Krijg je dezelfde informatie?
1.2. 'In Vlaanderen vind je meer purismen' beweren sommige mensen. Maar ook: 'Ze gebruiken soms Franse woorden in plaats van Nederlandse.' Vind in de lijst voorbeelden voor en tegen deze uitspraken.
2. Noem telkens een leenwoord in het AN
a) uit een Germaanse taal:_________________ b) uit een Romaanse:________________ en c) uit nog een andere taal:_______________
Geef telkens de brontaal aan.
Geef ook een vertalende ontlening uit het Latijn: __________________ en een
betekenisontlening uit het Duits: _________________.
(Literatuur: N.van der Sijs 1996)
3. In de bedrijfswereld worden momenteel vooral woorden uit het Engels ontleend.
Zoek op het internet een paar Engels leenwoorden die je ook uit het Duits kent.
Staan ze al in het Groene boekje? Lees in het Groene Boekje p. 48-51 over de
selectie van de woorden.
4. Waarom zijn de meeste synoniemen dan toch weer niet echt synoniem? Geef een
eigen voorbeeld dat je in een synoniemenwoordenboek hebt gevonden.